Kerk Nu

BhrDSchieNieuws, PrekenLeave a Comment

Bevestiging ambtsdragers en start nieuwe werkwijze kerkenraad/gemeente

Vorige week op een feestje sprak ik een gepensioneerde huisarts. Hij geeft nu conversatielessen Nederlands aan mensen die zich voorbereiden op hun inburgeringsexamen. Zijn streven is om niet alleen Nederlands te oefenen, maar om ook elkaars cultuur te leren kennen. Ze gaan samen naar de schouwburg, maar ook naar het museum in Assen waar een tentoonstelling over Iran is.

Deze arts had zich juist die week laten uitschrijven uit de R.K. Kerk.

Toevallig had ik een paar dagen later weer een feestje. Het was in Twente. Ook daar sprak ik iemand die ik nog niet kende. Zij vertelde hoe zij onze jarige vriend door een zware depressie had geholpen. In die tijd was hij voor ons, die allemaal ver weg wonen, niet meer bereikbaar. Hij las geen mails meer en nam geen telefoon aan. Het lukte haar en haar man bij hem binnen te komen. Zelfs toen hij niet meer sprak, kwamen zij steeds bij hem. Ze maakten zijn huis op orde, zorgden dat hij at, en namen hem mee uit wandelen. Hij herstelde en op zijn beurt, kon hij hén later helpen, in een voor hen moeilijke periode.

Ook deze mevrouw had zich net die week laten uitschrijven uit de R.K. Kerk. Op dat feestje sprak ik ook met een van onze vrienden.  Hij is iemand die veel mensen in zijn naaste omgeving met raad en daad bijstaat. Hij heeft nooit bij een kerk gehoord, ook niet als kind.

Hij vertelde dat hij de Bijbel van A tot Z had doorgelezen.

Zomaar drie mensen. In wat zij doen, zie ik het werk van de Geest van God. Dat vind ik uitnodigend. Ik zou zo met hen mee willen doen.

Zien we dat uitnodigende werk van de Geest van God ook in de kerk? Misschien kent u wel uitgeverij Narratio. Tientallen jaren werden daar materiaal en boeken uitgegeven over catechese, eredienst, diaconaat. Veel daarvan had te maken met de rol van de kerk in de maatschappij. Het echtpaar van den Herik dat de uitgeverij leidt gaat nu stoppen. Er is geen toekomst voor een opvolger. Zij zeggen: de landelijke kerk heeft veel tijd en energie moeten besteden aan het samengaan van de kerken. De kerk is naar binnen gekeerd en onzichtbaar geworden in de samenleving. Dat herkennen we ook in onze plaatselijke context. Ook hier hebben we zeker de laatste 10-12 jaar veel tijd en energie moeten besteden aan fusies en samenwerkingsverbanden. Ook hier was de kerk naar binnen gekeerd. Ik vrees, dat mijn – niet meer kerkelijke – familie en vrienden niet geïnspireerd raken als ik vertel over de moeizame processen en de talloze vergaderingen die daarmee gepaard zijn gegaan. Ik denk niet, dat ze dan denken: fantastisch, die kerk. Dat moét wel iets van God zijn. Daar wil ik graag aan meedoen.

Ook voor onszelf zijn die processen niet erg inspirerend en bemoedigend. Ik troost mezelf met de gedachte dat dit de laatste fase is van een proces, dat al heel lang gaande is.

Moltmann, een bekende theoloog zegt – even heel globaal – de kerk heeft in de 20steeeuw een enorme ontwikkeling doorgemaakt. Eeuwenlang waren veel kerken staatskerken, volkskerken. Die kerk werkte samen met de staat en iedereen was automatisch lid van de kerk. Die vanzelfsprekende band tussen overheid en kerk is nu verdwenen. Ook ben je niet meer al door geboorte lid van de kerk.

De laatste fase van die ontwikkeling zien we nu. De mensen die zich nu laten uitschrijven, zijn overwegend mensen die al vaak al tientallen jaren niet meer naar de kerk gaan. Iéts heeft hen bewogen om toch lid te blijven, maar nu, met name ook door de misbruikschandalen, zien ze niets meer, wat lijkt op wat een kerk eigenlijk zou moeten zijn.

Want wat een kerk zou moeten zijn, dat weten ze vaak heel goed.

Helaas weten ze niet, dat – weer volgens Moltmann – door die ontwikkeling héén een hele nieúwe kerk is ontstaan. Die kerk is niet meer dat machtige instituut, dat van bovenaf bestuurd werd. Die kerk is niet meer verantwoordelijk voor de godsdienst van de staat.

Die kerk die nu is ontstaan, dat is de kerk van de mensen, die kritisch zijn op zichzelf, net zoals Maleachi kritisch was op zijn eigen volk. Die mensen laten zich áánspreken als Maleachi zegt: waak voor je geest en wees niet trouweloos. Bewaar de Geest van God. Lééf in de Geest van God. Dat is wat die nu ontstane kerk doet: ze leeft in de Geest van God. Ze laat zien wie Jezus Christus is. Als je die kerk ziet, dan zie je mensen die zich met elkaar verbonden weten. Als je die kerk ziet, dan denk je: o, is dat bedoeld met het Koninkrijk van God.

Ik hecht er waarde aan om te zeggen, dat de mensen die door heel die lange moeizame ontwikkeling heen, stand hebben gehouden, blijk hebben gegeven van karakter. Paulus spreekt daarover in de brief aan de Korinthiërs. Hij noemt het rijpheid, volwassenheid.

Standvastig hebben zij steeds de geest van God gezocht, en geprobeerd daaruit te leven.

Dat kun je niet als je met alle winden meewaait. Dat vereist karakter: liefde, vriendelijkheid en discipline. Zonder dat kun je het werk van de Geest niet waarnemen. Uit zulke mensen is die nieuwe kerk ontstaan. Het zijn mensen die in alles en door alles heen kijken wat God doet en met Hem meedoen. Want dat is onze belangrijkste taak als kerk: het waarnemen van het werk van de Heilige Geest.

In dit tijdperk van de Geest is onze taak als kerk: kijken: open, eenvoudig en onbevangen als een kind: zie ik iets, waarvan ik denk: ja, hier werkt God? En dan – als ik dat zié – met Hem méé gaan doen. Kerkzijn is: zien wat God doet en met hem méé gaan doen.

God heeft een missie, een boodschap voor de wereld. God heeft het volk Israël uitgekozen om met Hem mee te doen en nu, door Jezus Christus en de Heilige Geest heeft God ook een kerk, die met Hem meedoet. Door de Heilige Geest, delen ook wij in het werk van God.

Want geloven is niet: instemmen met een bepaalde spreuk. Geloven is léven, leven in de gemeenschap met Jezus, de Vader en de Heilige Geest. De kerk is niet gebouwd op Vader, Zoon of Geest afzonderlijk, maar op de eenheid van Vader, Zoon en Heilige Geest en op hun gezamenlijke werk en daarin zijn wij allen betrokken.

Wij, als kerk, zijn door de Geest in dienst genomen om in onze tijd en in onze context mee te werken aan Gods missie in de wereld. Een kerk is dus van nature missionair. Die missie – met God meewerken in de wereld dus, is essentieel voor de kerk. Net zo essentieel als de eredienst. Een kerk die niet missionair is, is vergeten wat zij is.

Dit is een belangrijke zondag voor ons. Vandaag beginnen we met een nieuwe organisatievorm. De kerkenraad wordt veel kleiner. Het accent van het kerkzijn ligt nu op de groepen. Eigenlijk is ook dat een logisch vervolg van een proces dat al veel langer aan de gang is. Veel groepen werken al heel zelfstandig. Ze worden gevormd door mensen

die met God mee zijn gaan doen. Zij zijn in dienst genomen door Zijn Geest.

Zij leven open en ontvankelijk als kinderen. Zij zijn ook gerijpt, volwassen en vol zelfvertrouwen want ze weten dat ze kinderen van God zijn, en dat de gaven die zij hebben gekregen zo waardevol zijn, dat zij, daardoor het werk van Christus kunnen voortzetten.

In die organisatievorm is de kerkenraad er niet om te controleren, maar om te inspireren en te begeleiden. Om een omgeving te scheppen waarin ieder zijn of haar gaven kan ontdekken, en met die gaven mee kan werken aan de missie van God in onze tijd en in onze context. Ons project over duurzaamheid is daar een mooi voorbeeld van.

Ons nieuwe organisatiemodel is geïnspireerd door de Jakobuskerk in Tübingen. In de jaren ’90 waren daar nog maar 30 oude mensen overgebleven. Die kerk is nu al ruim 25 jaar een bruisende gemeente. Alle leeftijden zijn er vertegenwoordigd en actief en het zwaartepunt van de gemeente ligt bij gezinnen met kinderen.

Bijna iedereen maakt wel deel uit van een groep, of het nu een huiskamergroep is of een diaconale groep, een groep die Taizé-gebeden organiseert of een groep die diensten met een tienerband organiseert.

Wij hebben veel meer dan 30 mensen. Hoe jong of oud ook, iedereen is actief. Wij gaan verder met een kleine kerkenraad maar vooral met veel en sterke groepen van mensen met verschillende meningen en interesses, met heel uiteenlopende gaven, allemaal mensen, die in onze tijd en in onze context meewerken aan de missie van God. Door hen gaat het werk van Christus voort. Zij leven in zijn Geest. Ik denk, dat dat, in onze tijd en in onze context – met alles wat er nu in de wereld speelt – het belangrijkste is wat je kunt doen.

Ik weet zeker dat dat uitnodigend is. Net zo uitnodigend als Christus was in zijn tijd.

En weet u, die drie mensen waar ik over vertelde, als zij met zo’n kerk in contact zouden komen, zouden zij daarin dan niet de Geest van God herkennen?

Het zou zo maar kunnen dat ze met ons mee zouden gaan doen.

Amen.

Maleachi 2 vers 10-12 en 16c, 1 Kor 12 vers 4 t/m 11, Marcus 10 vers 13-16

 

 

 

 

 

 

Geef een antwoord