Dienstbaarheid?

Marjolijn RusschenPreken

Veel vrouwen van mijn generatie zijn allergisch voor het woord dienstbaarheid.

Daar hebben ze goede redenen voor. Velen van ons zijn opgegroeid met de gedachte dat je als vrouw dienstbaar moet zijn aan de man. Het werk van de man is belangrijk en jij als vrouw moet ervoor zorgen, dat hij dat ongestoord en in optimale omstandigheden kan doen. Jij moet dus zorgen, dat zijn eten op tijd klaar staat en dat hij geen last heeft van de kinderen. Veel vrouwen hebben met liefde en toewijding deze taak op zich genomen, en hebben al hun creativiteit en intelligentie ingezet en daar iets heel moois van gemaakt.

Maar er zijn ook veel vrouwen, die deze opdracht hebben ervaren als een harnas, waarin ze niet konden ademhalen. Ook veel vrouwen die wel een baan hadden, kwamen in een dienstbare rol, als secretaresse bijvoorbeeld of in de zorg voor zieken en bejaarden.

Ook zo’n dienstbare rol was niet iedere vrouw automatisch op het lijf geschreven. Nog steeds is dienstbaarheid iets wat in de eerste plaats van een vrouw wordt verwacht. Ik kan erover meepraten. Ik heb zelf vaak gewerkt in mannenwerelden als enige of bijna enige vrouw.

Maar het zijn niet alleen vrouwen die allergisch zijn voor het woord dienstbaar. Hoeveel mensen in hoeveel eeuwen in hoeveel landen hebben niet dienstbaar moeten zijn aan koningen, aan grote bazen en zelfs aan de leiding van de kerk. Hoeveel mensen zijn niet vernederd en klein en monddood gehouden. Hoeveel mensen worden niet als slaven behandeld door hun machtige bazen. ‘Worden’ ja – want het gebeurt nog steeds.

Zelfs in succesvolle bedrijven die een modern imago hebben. Zelfs door directeuren die in de maatschappij veel aanzien genieten om hun creatieve en vernieuwende ideeën. Misschien juist wel daar. Want wie succes heeft, wie macht krijgt en niet wordt tegengesproken, gaat blijkbaar al heel gauw denken dat hij zich álles kan permitteren.

Ook in ons denken is dienstbaarheid niet ‘hot’. Wij – moderne mensen – streven naar succes, invloed, geld, een dynamisch leven, overal aan meedoen, overal bij zijn, reizen, feesten. Een topopleiding voor jouw kind, maar niet naar dienstbaarheid.

En nu – aan het begin van het Paasfeest  – dat feest dat de kern is van ons geloof – laat Jezus zien dat Hij is gekomen om te dienen. Dat is een lastige boodschap dus, in onze tijd. Zelfs in de kerk hebben we er al moeite mee. Maar het staat wel in de bijbel. En elk jaar lezen we het weer. Laten we dan toch maar eens kijken wat hier wordt bedoeld.

Als je dat doet, ontdek je, dat de dienstbaarheid waar Jezus het over heeft, niets maar dan ook niets te maken heeft met die vormen van ‘dienstbaarheid’ waar we het zonet over hadden.

Het eerste dat opvalt is: Jezus treedt zelfverzekerd en doelgericht op. Hij kent zichzelf gezag toe. Het hoogste gezag zelfs, namelijk dat van God. Daar zit niets slaafs en niets onmondigs bij. Hij wéét wie Hij is. Hij weet wát Hij wil, en dát laat hij zien. Hij zegt: Ik ben gekomen om de mensen te laten zien wie God is. God is liefde en dat is wat ik doe: liefde geven, mensen dienen, zorgen dat het goed met jullie gaat.

Het tweede dat opvalt is dat hij álle leerlingen de voeten wast, oók Judas, die hem zal verraden. Wat je hem ook aandoet, Jezus blijft vasthouden aan de liefde. Hij zegt, wat je ook van plan mag zijn, Judas, en wat je ook gaat doen. Je bent mijn geliefde. Voor mij ben jij belangrijk. Ik ben gekomen om ook jou te dienen. Ik wil dat het goed met je gaat.

Het derde dat opvalt is dat Jezus echt álle leerlingen de voeten wil wassen. Ook Petrus. Petrus denkt: Jezus staat ver boven mij. Ik kan niet aan hem tippen! Ik, wie ben ik nou! Wat doe ik niet allemaal fout! Ik maak een zootje van mijn leven. Ik verpruts alles. Ik ben het niet wáárd, dat Hij míj dient. Tegen Pétrus zegt Jezus: Je kunt alleen maar bij mij horen, als ik je de voeten was. Hoe vaak je me ook vergeet, hoe je ook te kort schiet, Petrus, je bent mijn geliefde. Ik ben gekomen om je te dienen. Ik wil dat het goed met je gaat.

Jezus zegt nog iets. Hij zegt: ‘Als ik, jullie leermeester en Heer, jullie de voeten was, moeten jullie ook elkaars voeten wassen. Ik heb jullie een voorbeeld gegeven. Wat ik voor jullie heb gedaan, moeten jullie ook doen’.

Jezus vraagt van ons om net zo dienstbaar te zijn als hij. Jezus vraagt dus niet van ons om onderdanig en slaafs te zijn. Nee, hij vraagt iets heel anders. Hij vraagt van ons om liéfde te geven, om ons in te zetten voor het welzijn van de ander en van de maatschappij, om te dienen.

Wie probeert om dat te doen, ontdekt hoe moeilijk dat is! Dat is een grote uitdaging. Het vraagt zelfvertrouwen. Vertrouwen dat je dat kan. Het vraagt dat je zelfbewust en doelgericht te werk gaat.

Je moet goed luisteren en aandachtig kijken om te kunnen horen en zien, wie jouw aandacht nodig heeft, en wát precies nodig is. Het vraagt al je denkkracht en creativiteit om uit te vinden, hoé je het beste bij kunt dragen aan het welzijn van de ander. Welk woord, welk gebaar heeft de ander nu nodig om zich verder te kunnen ontplooien, om te kunnen groeien. Het vraagt ook al je liefde en vergevingsgezindheid. Het vraagt dat je je eigen gekwetstheid en frustraties en teleurstellingen overwint en door dat alles heen probeert de ander op te bouwen.

De dienstbaarheid die Jezus ons leert en ons voordoet, is misschien wel de moeilijkste uitdaging waar wij in ons leven voor staan. Maar wie er weleens in is geslaagd om deze dienstbaarheid gestalte te geven, weet dat er niets is wat je gelukkiger maakt dan dat.

Amen.

Gebeden

God wij danken u dat u een God van liefde bent,

Sterk ons vertrouwen dat wij uw liefde waard zijn,

Wie wij ook zijn

En wat we ook fout hebben gedaan in ons leven.

Voed ons met uw liefde

Sterk ons vertrouwen

dat ook wij in staat zijn het goede te doen.

God wij danken u, dat u een God van liefde bent.

Zo vaak maken anderen het ons moeilijk –

En zo vaak is het voor ons moeilijk om te blijven liefhebben.

Voed ons met uw liefde,

Opdat wij al onze denkkracht en creativiteit gebruiken,

Ter wille van een menselijke samenleving.

Ter wille van die ene mens die wacht op ons.

God wij danken u dat u een God van liefde bent.

Sterk dan ons vertrouwen in onszelf, in onze mogelijkheden en in onze kracht,

Maak ons zelfbewust en doelgericht,

Opdat wij uw voorbeeld kunnen volgen

En de wereld kan ontdekken wie U bent.

Johannes 13 v1