Vaak wordt gedacht dat iemand die gelooft, een ‘leer’ aanhangt. Een gelovige wordt dan gezien als iemand met een ‘pakket zekerheden’. Iemand met een afgeronde theorie waar alles in past. Hij weet precies hoe ‘het zit’.
Dénkt men.
Maar, ik denk dat wij als gelovigen, dat ánders zien. Wij baseren ons op de bijbel en
de bijbel is geen wetenschappelijke theorie. Het is geen gesloten afgeronde leer waarin is vastgelegd wat wij moeten denken en doen. Integendeel. In de bijbel staan verhálen, veel verschillende verhalen. Elke zondag lezen we in de kerk zo’n verhaal. In elk verhaal herkennen we iets. De ene keer lijkt het wel alsof je in de spiegel kijkt.
En je denkt: ai, ben ik ook zo? Doe ik dat ook?
De andere keer denk je: de vragen van de hoofdpersoon zijn mijn vragen. Weer een andere keer lijkt het wel alsof iemand precies onder woorden brengt wat mij bezighoudt.
Je stapt als het ware in zo’n verhaal en dan ontdek je iets over jezelf, over ons samenleven of over God. Ik nodig u uit om samen met mij ‘in’ het verhaal van Zacheus te ‘stappen’
Jezus is op reis. Op zijn reis doet hij Jericho aan. Daar woont Zacheus.
Zacheus is tollenaar, hij int de belastingen voor de Romeinse keizer.
Deze keizer heeft hoge uitgaven. Hij heeft dus veel belastinginkomsten nodig.
Zacheus mag dat werk uitvoeren en hij mag er zelf ook nog wat aan verdienen.
Hij zorgt goed voor zijn eigen portemonnee. U begrijpt: hij is niet geliefd.
Nu Jezus in de stad komt, loopt iedereen te hoop. Ook Zacheus wil weleens weten wie die Jezus is en hij zoekt een plaatsje langs de route. Dat lukt niet zomaar. Het is druk en Zacheus is klein. Daarom loopt hij snel vooruit en klimt in een vijgenboom.
Hij denkt: ‘Eigenlijk zal het me een zorg zijn dit hele gedoe. Het gaat mij niets aan ook. Ik sta erbuiten. Maar goed, ik ga natuurlijk wel kijken. Niet dat ik er wat aan heb, ik heb heus geen hulp van die Jezus nodig. Ik ben gewoon nieuwsgierig, meer niet.
Hier in de boom tussen de vijgenbladeren, zit ik prima.
Zo kan ik alles goed bekijken zonder bekeken te worden.
Zo heb ik het altijd het liefste’.
Zacheus wil wel wat weten over Jezus, maar hij wil ook afstand houden.
Hij heeft het niet zo op die mensen die het allemaal zo zeker weten. Hij merkt niet zoveel van die God, waar de gelovigen het over hebben. Hij is zelf meer een zoeker, en hij wil zich zeker niet binden.
Eerlijk gezegd herken ik wel iets in die Zacheus. Ik heb het ook niet zo op mensen, die ervan overtuigd zijn dat zij alles weten en dat zij alles goed doen, en die ook precies weten wat de ander fout doet. Volgens mij zit de wereld wat ingewikkelder in elkaar.
Ik merk ook niet altijd wat van God. En soms moet ik ook echt zoeken wat God mij te zeggen zou kunnen hebben.
Ik weet dat ik niet de enige ben hier, die zo denkt. Vaak merk je niets van God. Het lijkt soms wel alsof God zwijgt, alsof Hij er helemaal niet is. Ook mensen in de bijbel ervaren dat:
Zacheus, maar ook anderen, ze zoeken naar God, ze vechten met God, ze vragen zich af:
waar ben je nou God? Wat merk ik nou van je? Waarom zwijg je zolang? Notabene Jezus zelf roept aan het kruis: ‘Mijn God mijn God, waarom heb je me verlaten’?
Ik beschouw mezelf wel als gelovige, maar bij dat geloof horen tijden, waarin het wel lijkt alsof God zwijgt. Ook als gelovige ken je tijden, dat je niets van God merkt. Dus ja, ik herken me wel in Zacheus.
Maar Zacheus wil Jezus weleens een keer zién. En dan, als hij verstopt zit tussen de vijgenbladeren, om Jezus te kunnen zien, gebeurt er iets wat hij niet heeft verwacht.
Jezus ziet hém en Jezus spreekt hem áán. Hij zegt: ‘Zacheus’. Hij noemt hem bij zijn naam.
Dat is belangrijk in de bijbel. Je naam zegt wie jij bent. Wie jij in wezen bent.
Iemand die jou aanspreekt bij je naam, is iemand die jou kent,
Die je ziet zoals je bent, die door je façades heen kijkt.
Dat kan alleen iemand, die je echt nabij is, iemand die jou waardeert, die van je houdt.
Nu heeft de naam Zacheus een betekenis. Die betekent: ‘puur, zuiver, onschuldig, rechtschapen’. Dus alles wat Zacheus nu juist niet is.
Jezus noemt hem bij zijn naam: ‘zuivere’. Jezus prikt dus door zijn façades heen.
Diep verborgen in Zacheus, ziet hij een mens die zuiver is, puur, rechtschapen.
Eigenlijk zegt Jezus dus: ben je dit echt Zacheus? Ben je echt zo hard als je je voordoet.
Is je eigenbelang voor jou echt het allerbelangrijkste? Kan het je echt niet schelen dat je overal buiten staat en dat je geen vrienden hebt? Hoe gaat het eigenlijk echt met je, Zacheus? Wil je echt zo leven als je nu doet?
Jezus zoekt Zacheus, de echte. Vandaag moet ik bij jou zijn, zegt Hij. En dat doét iets met Zacheus. Dat raakt hem. Jezus komt naar hém toe. Jezus ziet hem staan! En hij springt uit zijn schuilplaats. En vol vreugde gooit hij zijn deuren open en ontvangt hij Jezus in zijn huis.
Jezus zegt dus niet tegen Zacheus: je moet dit doen of dat doen. Jezus stelt geen eisen of voorwaarden.
Nee, Jezus komt naar Zacheus toe. Hij is vol liefde voor Zacheus. En dat verandert Zacheus.
De helft van zijn bezittingen geeft hij aan de armen, en als hij iemand heeft afgeperst vergoedt hij het viervoudig. Hij bekijkt het leven niet langer op een afstandje.
Hij stapt erin. Hij neemt verantwoordelijkheid. Hij gaat relaties aan.
Dat is wat er gebeurt in de ontmoeting met Jezus, en dat is waar het in het geloof om gaat.
In die ontmoeting met Jezus verander je. Je ontdekt jouw bestemming. In de bijbel heet dat ‘redding’.
Zo’n ontmoeting met Jezus, met God, zo’n ontmoeting, die iets met je doet,
kun je hebben bij het lezen van een bijbeltekst; zo’n tekst, die je wakker schudt.
Ineens weet je wat voor jou belangrijk is.
Dat kan ook een ontmoeting zijn, met een mens bijvoorbeeld, die jou niet veroordeelt,
maar die van je houdt, die ziet wie jij in wezen bent. God kun je ontmoeten in een mens die jou nabij is, of in een mens, die jij nabij bent.
We kunnen ons openstellen, liefhebben zonder grenzen, zoals Jezus dat deed.
Door die mórrende mensen is Zacheus niét veranderd. Hij verandert in de ontmoeting met Jezus.
Zacheus was verloren, maar hij is gevonden. Hij zit nu niet meer verstopt achter de vijgenbladeren.
U weet wel: Adam en Eva in het paradijs –
Toen ze hadden gezondigd, schaamden ze zich voor God en verstopten ze zichzelf achter vijgenbladen. Maar Zacheus schudt de vijgenbladeren van zich af.
Hij is nu niet meer een zoon van Adam, maar een zoon van Abraham.
Zoals Abraham op weg ging, zonder dat hij wist waarheen, en zonder dat hij wist wat hem op die weg te wachten stond, zo laat Zacheus al zijn zekerheden achter zich, en gaat hij een nieuwe weg. Dat is geloven: openstaan als je wordt aangesproken, een oproep volgen. Je zekerheden achter je laten en op weg gaan. Dat is geloven.
Het is een daad van vertrouwen en moed.
Nog één ding.
Jezus zegt tegen Zacheus: jij heet ‘de zuivere’. Maar dat ben je niet. En toch zoek ik jou. Juist jou, want mijn woorden, mijn boodschap en mijn naam vertrouw ik toe aan mensen zoals jij,
aan mensen die nooit helemaal zuiver zijn. Ze houden wel van mij, maar hun liefde voor mij is altijd vermengd met eigenliefde en met liefde voor de wereld. Ik heb mezelf nu eenmaal niet gegeven aan engelen maar aan zondaren. Juist die zondaren zijn mijn kerk.
Zij zijn mijn stem in de wereld.
Mijn stem zul je dus nooit horen in perfecte zuiverheid. Mijn stem klinkt niet uit de mond van mensen die perfect zijn, maar uit de mond van mensen, die vragen hebben, die twijfelen, die zwakke kanten hebben.
Jezus gelooft in mensen. Jezus gelooft in Zacheus. Onvoorwaardelijk.
En dan maakt Zacheus een hele ontwikkeling door: van toeschouwer en buitenstaander, wordt hij iemand die mee gaat doen, hij neemt verantwoordelijkheid en nu is híj anderen nabíj. In al zijn zwakheid en met al zijn vragen, wordt hij nu zelf de stem van God.
We zijn in het verhaal van Zacheus gestapt, en nu stappen we er ook weer uit.
En misschien is er iemand, die er net wat anders uitstapt, dan hij erin is gestapt.
En misschien zelfs is er iemand die, net zo blij als Zacheus, uit zijn boom springt en die zegt:
Ik waag het er maar op!
Amen
Lucas 19 vers 1-10