Vaak beluister ik de podcast wel twee of drie keer op een dag. Elke keer hoor of ervaar ik het weer anders. Zo ook op 9 maart. Ik ben veel te vroeg wakker. Wanneer ik uiteindelijk uit bed ga, dringt tot me door dat ik boos ben en terneergeslagen. Ik kan wel bedenken waarom. Toch vreemd: het duurt soms lang voordat ik me realiseer wat mijn gevoel precies is.

Psalm 31 wordt gelezen: een paar verzen daaruit. ‘In uw hand leg ik mijn leven, Heer, mijn God. U verlost mij. Ik zal mij verblijden, juichen over trouw. Want u ziet mijn ellende, u kent de nood van mijn ziel’.

Ik weet het, maar nu – en niet alleen nu - ervaar ik het zelf. Het uitspreken van je nood, je verdriet, je boosheid, dat doet goed. Je wordt gehoord, gekend en erkend. Dat op zich al is een enorme verlichting. Ik moet denken aan Jezus. Hij draagt de last van de wereld, zeggen we. Wij doen dat ook. Wij dragen elkaars lasten. Ik bedoel dit: vaak reageer je je frustraties, je teleurstellingen, je woede af op een ander. Daarmee leg je jouw last op de ander. Wij maken het elkaar moeilijk, soms zonder dat wij het zelf beseffen. Wij lijden aan elkaar, wij slijten aan elkaar. Ik voel veel van die last momenteel. Ik weet niet wat ik kan dragen.

Er volgt een lezing uit Mattheus 7, vanaf vers 7: ‘Vraag en je zal gegeven worden…………’ De stem op de podcast vraagt: Wat is je ervaring met bidden om wat je verlangt? Eerlijk gezegd: ik heb niet zoveel met bidden als het opsommen van een verlanglijstje. De volgende vraag: Wat voor goeds heeft God je gegeven waarom je hem wilt danken? Kun je dat nu doen? Ja, dat kan ik. Er is genoeg te bedenken. Dat doet me goed. Mijn sombere gevoelens verdwijnen als sneeuw voor de zon.

Later op de dag luister ik nog eens naar de podcast. De passage uit Mattheus 7 wordt voor de tweede keer gelezen. Nu met de opmerking: ‘luister niet naar deze woorden als een citaat uit de bijbel, maar als Jezus’ woord tot jou’: ‘Vraag en je zal gegeven worden’,……….. ‘want ieder die vraagt ontvangt’…….. ‘jullie vader in de hemel zal het goede geven aan wie hem daarom vragen’. Dan volgt de slotvraag: waar wil je God vandaag om vragen? Nu kan ik het wel: bedenken waarnaar ik verlang en dat uitspreken. Ook dat doet me goed. Probeer het ook eens! Ik ben benieuwd naar je ervaring.