15-01-2017
Vorige week was het een bewogen zondag in de Vaste Burg: mijn collega Taco Smit nam afscheid van onze gemeente en de hele gemeenschap van de Vaste Burg, nam afscheid van hun kerkgebouw. In wat mindere mate misschien- maar toch óók is dít een bewogen dag voor u. Je maakt je klaar om naar de kerk te gaan, en je realiseert je: ik ga niet meer naar de Vaste Burg, ik ga nu naar de Grote Kerk. Het dringt weer tot je door: er is een einde gekomen aan een mooie tijd. En je vraagt je af: Hoe zal het zijn met degenen die we vanmorgen niet meer zullen zien? Hoe zal het zijn voor mij deze morgen? Zal ik me thuis voelen in de Grote kerk, zal ik daar weer een zelfde warme gemeenschap ervaren? Zal ik me er op m'n gemak voelen?
Misschien denk je ook wel aan heel praktische dingen: Kan ik het uithouden op zo'n stoel, of zal ik toch maar vragen om een andere stoel? Hoe koud zal het zijn? Zal ik een deken vragen? (Het kan allemaal hoor: er zijn dekens en andere stoelen). Ook voor de mensen die hier altijd komen is het een bewogen dag. Je denkt aan die keren, dat je zelf een kerksluiting hebt meegemaakt. Je realiseert je waar je vandaan komt, en hoe het dáár was.
Gelúkkig kan ik zeggen: - na het samengaan van de Magnalia Deikerk en de Grote Kerk - we wéten nog wel, waar ieder vandaan komt, maar we zijn toch echt ook - en met degenen die er in deze jaren bij zijn gekomen - samen een nieúwe gemeenschap geworden. We hopen dat u dat ook gauw zo ervaart.
Gelukkig hebben wij ook op deze bijzondere dag het woord van God dat ons troost en bemoedigt. Het komt heel goed uit, dat het vandaag gaat over de doop van Jezus. Ik hoop dat duidelijk zal worden, waaróm dat zo is. Jezus wordt gedoopt - door Johannes de Doper. Hij wordt dus gedoopt samen mét alle anderen, en net áls alle ánderen. Dat is belangrijk. Hier wordt nog eens benadrukt, wat wij al leerden met kerst. God - die God van de bijbel, die God, die ons bevattingsvermogen te boven gaat, maakt zich klein. Net als ieder ander mens wordt hij geboren uit de schoot van zijn moeder. Hij wordt een mens, zoals wij. Hoe bekénd het kerstverhaal ook is. Ik vraag me soms af of dat wel écht tot ons doordringt. Wij als gelovigen - realiseren we ons dat deze mens vóluit Gód is?
En zij die niet geloven - realiseren ze zich dat Jezus waarlijk God is? Nooit hoor ik iemand die niet gelooft, zeggen: ik geloof niet -want een God, die méns wordt, dat kán toch helemaal niet. Nee, mensen die niet geloven komen altijd met heel andere bezwaren. Dat mens-zijn van Jezus, van God, dat wordt ook heel duidelijk bij de doop in de Jordaan.
Voor Johannes en voor ons zou het logisch zijn dat Jezus Johannes doopt. Maar het gaat precies andersóm. Jezus wórdt gedoopt. Net zoals Noach door de grote vloed kwam het volk Israel door de Rode Zee en Jona na drie dagen door de walvis op land werd gespuwd. Zo gaat Jezus dóór het water héén - en komt hij er als een vernieuwde mens uit te voorschijn. Hij laat het oude achter zich en gaat voortaan de weg die God wijst.
De weg naar het beloofde land, naar een wereld van recht en gerechtigheid.
En zo laat Hij - als mens dus - zien, hoe wíj mens kunnen zijn. Hij ondergaat het aan den lijve, dat weerbarstige leven van ons, met al zijn pijn en moeite, met zijn teleurstellingen, met zijn wreedheden, met alle cynisme - Maar heel af en toe, ziet hij een klein stukje van de verwérkelijking van de belofte. En ondanks dat alles en in dat alles gaat hij de weg van een gedoopte. Tot het eínde toe houdt Hij de toekomst die God belooft, voor ogen. Die toekomst bepaalt wat Hij wel en wat hij niet doet. Dat is precies het tegengestelde van de leiders, die tegenwoordig mensen aanspreken. Die maken zichzelf groot, en de ander klein. Die hebben niet de toekomst van God voor ogen, maar hun eigen toekomst, hun eigen ego.
Dat Jezus de weg van de doop gaat is een grote troost voor ons. Dat is wat wij redding noemen, verlossing, bevrijding. Het betekent dat dat God mij - een kleine onaanzienlijke mens – ziét en met mijn bestaan bewógen is. Hij kent mijn bestaan - met al zijn moeiten.
Hij kent het van binnenuit. Ja, zo is het, het leven. Dit ís het. En tegelíjk houdt Jezus dáárin vast aan de goddelijke liefde. In Jesaja 42 lazen we Hij geeft ons op aarde levensadem en levensgeest, -Zo verandert en heiligt Hij ons leven. -Zo laat Hij ons zien, waartoe wij geroépen zijn. God geeft ons een innerlijke levenskracht, die standhoudt - ondanks alles. De doop van Jezus is dus een moment van vernieuwing. Een beslíssende wénding.
Hier worden drie elementen uit de Joodse eindtijdverwachting genoemd. -de hemel gaat open, -de geest van God daalt als een duif op Jezus neer, -en er klinkt een stem uit de hemel. Ook dat maakt duidelijk: Hier gebeurt iets beslissends. Het oude is voorbijgegaan. Een nieuwe tijd breekt aan. -Wat wij afwijzen van ons zelf, het wordt door Gód gezién en aanvaard -wat wij niet kunnen aanvaarden van onszelf - Het wordt door God aangenomen en geliefd. Als je dat weet, kun je op nieuwe wijze leven.
Dat vraagt wel openheid van ons, voor wat Gód in míj zou willen vernieuwen, en voor wat God zou willen vernieuwen in ons kerk-zijn. Want net als elk instituut, lopen ook wij het gevaar alleen met onszelf bezig te zijn, en naar binnen gekeerd te raken. En net als elk instituut lopen wij het gevaar dat we ons vast bijten in macht en uiterlijkheden. Steeds weer vervlakt het geloof en steeds weer heeft het vernieuwing nodig. Datzelfde geldt voor ons als persoon. Wij roesten heel gemakkelijk vast in onze eigen meningen en in onze eigen gewoonten. Maar Jezus brengt nieuwe wijn, een nieuw gebod, een nieuw verbond. En Paulus zegt in 2 Kor 4 vers 16: de innerlijke mens wordt elke dag vernieuwd. God vernieuwt en verandert ons bestaan, elke dag opnieuw.
Dat is dan weer het mooie van het samengaan van twee kerkgemeenschappen. Je kunt je niet meer terugtrekken in eigen kring. Je komt in een onbekende wereld. Je gaat met elkaar de ontmoeting aan, je gaat in gesprek met elkaar. Zo hebben we de laatste maanden ervaren: Zo leer je van elkaar, zo groei je aan elkaar. De komst van de ander, het gesprek met de ander is een verrijking. Daarmee kom ik op het volgende punt.
Door de doop worden wij het lichaam van Christus. Wij zijn - zijn lichaam. We zijn allemaal verschillend. We zijn van verschillende kanten hier samengekomen. Maar in al onze verscheidenheid en in onze veelkleurigheid zijn wij één lichaam - zíjn lichaam. Wij mogen onszelf zien als wóning van God - Dat zingen we straks in ons tafelgebed: dat wij woning zijn voor u. Dat verenigt ons. Wij zijn één lichaam, Zíjn lichaam. Wij zijn altijd geneigd scheidslijnen aan te brengen tussen ons en anderen. Tussen wij en zij.
Het zou dan ook zo maar kunnen dat wij nog wel eventjes zullen spreken over de mensen van de Vaste Burg en de mensen van de Grote Kerk. Dat wij-zij denken dat raken we niet zo gauw kwijt, vrees ik, en misschien is dat ook niet zo heel erg - We moeten verschillen niet verzwijgen, maar we hoeven ze ook niet te benadrukken. We kunnen ze ook zien als een verrijking. In al onze verscheidenheid zijn we het veelkleurige lichaam van Christus,
Het is vandaag voor ons een bijzondere dag - een bewogen dag maar gelukkig horen wij juist nu over de doop van Jezus. De doop is een bevrijding - die geeft zin en richting in ons leven. De doop vernieuwt ons en bemoedigt ons, de doop verenigt ons in Zijn lichaam. De doop is een gave en een opdracht. Zoals Jezus de wereld inging. Zo kunnen wij de wereld in gaan, Zoals Jezus zich begaf onder de mensen zo begeven wij ons onder de mensen, Zoals Jezus sprak over Gods toekomst, zo kunnen wij spreken over wat ons bezielt, en wat het doel is van ons leven.
Zoals Jezus zich uitsprak tegen alles wat het rijk van God in de weg staat, zo kunnen wij ons uitspreken tegen alles, wat God en mensen verlaagt. Zoals Jezus liefde verspreidde, zo kunnen wij dat proberen te doen. In een tijd waarin leiders zichzelf groot maken en de ander klein, in een tijd waarin leiders niets van visie, bezieling en waarden laten merken, is het des te meer nodig dat wij laten zien wat ons beweegt.
In Psalm 89 zongen we: 'Gods welgevallen doet ons grote dingen wagen'. Laten we zo samen van start gaan. 'God zelf heeft ons ten leven een koning naar zijn wil, een schild van heil gegeven'.
Amen.
Mattheus 3 vers 13-17